13.02.2013 - Content

Wereld radio dag: radio en sociale media

Vandaag is het Wereld Radio Dag. Unesco riep vorig jaar 13 februari voor het eerst uit als de dag van de radio. Die dag vieren we de radio als medium, en roept men de radiozenders op internationaal beter met elkaar samen te werken. Deze dag lijkt ons de ideale gelegenheid om eens te gaan kijken hoe het eigenlijk zit met het gebruik van sociale media door onze Vlaamse radiozenders. Welke radiozenders zetten sociale media succesvol in als een verlengstuk van de radio, en welke zenders doen dat minder goed?

 

De populairste zenders volgens Facebook en Twitter

Als we even naar de grootste radiozenders in Vlaanderen kijken (Radio 1, Radio 2, Q-Music, MNM en Studio Brussel), dan zien we meteen dat Studio Brussel op vlak van sociale media met kop en schouder uitsteekt boven de rest. Met zijn 107.000 Twitter volgers en 257.000 Facebook fans is het duidelijk het meest populaire mediamerk op sociale media. Ter vergelijking: Q-music, de eerste ‘achtervolger’, haalt 166.000 Facebook fans en 32.000 Twitter volgers. MNM, Radio 1 en Radio 2 volgen op een nog verdere afstand.

 

Sociale media als verlengstuk van de radio

Laten we ons even focussen op de 2 grootste radiozenders volgens Facebook en Twitter: Studio Brussel en Q-music. Allebei hebben ze een duidelijke sociale media strategie. Allebei zetten ze sociale media in om de luisteraars te bereiken, en om de interactiviteit met de zender nog te verhogen. Toch heeft Studio Brussel een grote voorsprong op Q-music. Hoe komt dat, wat maakt de zender zo populair? Wel, wat Studio Brussel als geen ander heeft begrepen, is dat zowel radio als sociale media bijzonder interactief zijn. Radio is altijd een medium geweest waar wedstrijden worden georganiseerd, waar mensen live nummers kunnen aanvragen, waar gediscussieerd kan worden, enz. Het geluid van Q-music en Music For Life van Studio Brussel zijn mooie voorbeelden van die interactiviteit. Studio Brussel heeft die interactiviteit doorgetrokken naar zijn sociale media kanalen, zodat die een verlengstuk worden van de radio. Een voorbeeld daarvan is de ‘hamvraag’ die Otto-Jan Ham elke dag aan de luisteraars stelt. Mensen kunnen reageren via de telefoon, via mail en via de Facebook pagina. Er komen telkens een aantal mensen aan de telefoon, maar uiteraard kan Otto-Jan Ham niet iedereen aan de telefoon laten. Hij sluit daarom altijd af met de boodschap dat de luisteraars verder kunnen discussiëren op de Facebook pagina. De discussie gaat daar op die manier een eigen leven leiden, en sociale media worden op die manier een verlengstuk van de zender.

Ook Q-music zet Facebook en Twitter als een verlengstuk van de zender in, maar ze slagen daar net iets minder goed in als Studio Brussel.

 

En wat met de andere radiozenders?

Studio Brussel, Q-music, MNM, Radio 1 en Radio 2, allemaal zetten ze sociale media in om de interactiviteit met de luisteraar te verhogen. Elk doet dat op zijn eigen manier, en de ene zender slaagt er beter in dan de andere. Maar hoe dan ook kunnen we gerust concluderen dat Studio Brussel op dit vlak een voorbeeld is voor andere radiozenders. Ook Q-music en MNM doet het goed, Radio 1 en Radio 2 blijven een beetje achter. Benieuwd of ook zij in de toekomst groeien naar een zender die sociale media echt als een verlengstuk van de radio inzet.

Onlyhumans

De Human Anonymous gunt je een indiscrete kijk achter de computerschermen van onze storytellers en legt zijn oor te luisteren in onze wandelgangen.

Lees meer van Onlyhumans